Bomen planten is een vak apart en vereist over het algemeen de hand van iemand die het nodige verstand heeft van zaken. Je wilt bomen immers een zo goed mogelijke start geven en dus doe je er alles aan om de boom zo nauwkeurig en goed mogelijk te planten. Om dat te kunnen bereiken, hebben we een paar handige tips voor je, zodat je straks een kerngezonde, jonge boom zult zien.

Is de grond geschikt?

De grond is van levensbelang voor de boom. Het is immers de plek waar de boom de rest van zijn leven in zal staan en hoe beter de conditie van de grond is, hoe beter dit is voor zijn gezondheid. De grond mag dan ook niet te droog of te nat zijn. Droge grond biedt weinig voedingsstoffen en zorgt ervoor dat de boom het bijzonder zwaar gaat krijgen, maar te natte grond is ook absoluut geen goed idee. Dit kan ervoor zorgen dat de boom ‘verdrinkt’ en het niet overleeft. Wees daarom kritisch op de grond waarin je de boom wilt planten en hou een oogje in het zeil.

Zorg dat de wortels voldoende ruimte hebben
Iedereen die wel eens een boom heeft uitgegraven, weet hoeveel ruimte de wortels van de boom nodig kunnen hebben. Het is soms verbazingwekkend om te zien hoe ver de wortels van een schijnbaar kleine boom kunnen reiken en dus is het ook geen verrassing om te horen dat de wortels van bomen de ruimte nodig hebben. Plant bomen dan ook niet te dicht op elkaar of op andere planten, want dat gaat de wortels na verloop van tijd in de weg zitten.


Plant de boom niet te diep

Zuurstof is de bron van het leven en dat is voor de bomen niet anders. Door de bomen niet te diep te planten, zorg je ervoor dat de wortels voldoende zuurstof krijgen. Een ander bijkomend voordeel is, dat de wortels niet in het grondwater komen te staan. Want zoals we eerder al zeiden, als de boom te lang onder water staat, is dat zeer slecht voor de gezondheid. Hoe diep je de boom precies moet planten hangt van de soort af, maar een goede stelregel is wel; hoe natter de grond, hoe hoger je de boom zal moeten planten.

Veranker de boom

Door de boom te verankeren, begeleid je hem als het ware in zijn jonge jaren. Dit verankeren doe je met een boompaal; deze paal staat naast de boom en houdt de boom min of meer vast. Zo wordt de boom beschermd tegen zware windstoten, die schade kunnen opleveren aan het wortelstelsel. Immers; als een boom stevig heen en weer staat te zwiepen, kan dit voor schade zorgen die de jonge boom niet meer te boven zal komen. Soms wordt een boom verankerd met twee boompalen, dan staat hij helemaal stevig. Het is hoe dan ook een uitstekend idee om de boom te verankeren, zodat hij beschermd wordt tegen de elementen. Zo creëer je een gezonde en veilige omgeving voor je boom.